Geen producten in de winkelwagen.
Zo, dus je hebt gekozen om lowbudget te gaan door zelf te koken. Het is zeker mogelijk, maar onderschat het niet. Ten eerste zal je aan het einde van de dag behoorlijk moe zijn: misschien heb je niet altijd de puf om een gezonde maaltijd te koken (herkenbaar van thuis?). Het is niet slim om dan maar te gaan voor ‘snelle hap’ en magnetronmaaltijden want je moet overdag wel kunnen blijven presteren met een goede gezondheid. Bovendien sla je dan de culinaire ervaring in Spanje over, en dat wensen we niemand toe! Eten op de camino is een feest! Ten tweede is zelf koken op reis helemaal niet altijd goedkoper: producten in de supermarkt zijn vaak net zo duur als in andere Europese landen (begin niet over dit onderwerp bij een Spanjaard), en verpakkingen zijn meestal niet voor 1 persoon.
Als je zeker weet dat je wilt gaan koken en de supermarkten wilt afstruinen naar kleine porties en goed geprijsde artikelen, lees dan verder.
De eerste supermarkt die je ’s morgens tegenkomt: aanvallen! Vers stokbrood, kaas, een grote tomaat en wat fruit is alles wat je nodig hebt om de dag door te komen tijdens het wandelen. Ik kan me die grote tomaat herinneren die ik zo uit de hand als een appel heb gegeten. Ik zat langs de kant van het pad op een oud Romeins muurtje, met uitzicht over de velden en het zonnetje in mijn gezicht terwijl andere pelgrims gemoedelijk voorbij kwamen en me smakelijk eten en een buen camino wensten. Dat was de lekkerste tomaat die ik ooit gegeten had, en vele vergelijkbare momenten hebben die eerste ervaring gevolgd tijdens onze andere tochten. Eten op de Camino is een geweldige ervaring!
Zodra je in de buurt komt van je volgende overnachting is het handig om weer in de gaten te houden of je ergens een supermarkt ziet om je avondeten te kopen. Als je er geen ziet kun je altijd de weg vragen natuurlijk: ‘Donde hay un supermercado o tienda?’
Veel Spartaanse pelgrims hebben hun eigen kook- en eetgerei bij zich. Er zijn inderdaad albergues waar dit soort zaken niet beschikbaar zijn. Echter, de meeste hebben het wel. Je kan het risico wellicht nemen dat je er een keertje naast grijpt en dat er niemand is van wie je iets kan lenen op dat moment (en ook nog eens de pech hebt dat er geen restaurant in de buurt is) of… je neemt dat kleine risico niet en je draagt alle extra spullen op je rug om dat risico te vermijden. De meeste albergues (ook de gemeentelijke Albergues) hebben een keuken, keukengerei, bestek en vaak zelfs een kleine voedselvoorraad en een magnetron. Geniet van die magnetronmaaltijd maar vergeet niet verder te kijken op deze pagina… je weet maar nooit…
Behalve lopen, slapen, en onderwijl ronddwalen in je eigen gedachten zal je vooral je tijd besteden aan het vinden van een plek om te eten en aan het bedenken wat je wilt eten. Gedurende de dag is ons advies om tot lunchtijd te lopen en dan een goede maaltijd te nuttigen (en dan in de avond een lichte maaltijd), of een lichte lunch te nemen en in de middag door te lopen. Neem dan de grotere maaltijd tijdens het avondeten.
Langs de hele Camino zal je gebombardeerd worden met aanbiedingen van het ‘Menu del Peregrino’. Net zoals ieder menu, is het afhankelijk van het restaurant of dat een lekkere maaltijd is of niet. Mensen die je vertellen om zo’n menu nooit te nemen hebben dus waarschijnlijk vooral nare ervaringen gehad met bepaalde restaurants. Hoewel we eerlijk moeten toegeven dat de wat toeristische plaatsen aan de Camino wel steeds meer aan het bijdragen zijn op dit gebied. Erg jammer! Eten op de Camino hoort een feest te zijn!
Net als in de meeste Europese restaurants is er altijd een menu van de dag (menu del día), een pelgrimsmenu (wat eigenlijk gewoon een dagmenu is maar dan met een naam die pelgrims aanspreekt), en meestal zal er ook de a-la-carte optie zijn, onze favoriet.
Marketing van een restaurant: je maakt de keuzes simpel door 3 prijscategorieën aan te bieden zodat de mensen die niet graag in het half Spaans/half Engels willen klungelen met gemak (en snel) een keuze kunnen aanwijzen. Hoe sneller je namelijk bestelt, hoe sneller je klaar bent en hoe sneller ze de tafel kunnen vrijmaken voor de volgende klant. Dit is niet overal zo, maar helaas zie je dit wel steeds meer. Ook Spanjaarden zien efficiëntie wel zitten als dat meer in het laatje brengt.
Dat gezegd hebbende, eten is genieten, en het zal niet de eerste keer zijn dat Spaanse klanten boos worden op de bediening als die de boel zit op te jagen. Wees Spaans: neem je tijd. Eten op de Camino zou wel eens een van de ervaringen kunnen zijn waar je de meeste verhalen over gaat vertellen zodra je weer thuis bent.
Vraag om een drankje
Je hebt je litertjes water wel gehad tijdens het wandelen. Als je daar mee klaar bent verdien je een verandering van smaak. Doe echter rustig aan met de alcohol… 1 of 2 glazen is prima, maar ladderzat worden zorgt alleen voor nare ervaringen, voor jou en mogelijk ook voor anderen.
Iets belangrijks wat veel mensen niet weten is dat in Spanje het heel anders gaat in de bediening als het gaat om de drankjes. Veel mensen zijn dan ook vaak niet tevreden met de bediening en roepen vaak ‘bediening was slecht, we moesten elke keer weer smeken om een drankje’.
In Spanje (behalve wellicht in hele toeristische gebieden aan de Middellandse Zee, waar ze zich hebben aangepast en nu ook weten hoe ze hun zakken snel moeten vullen) is het in het algemeen zo dat het zeer onbeleefd is als je als ober blijft vragen of klanten nog een drankje willen.
Dus, de Spaanse etiquette is simpel: ze vragen je in het begin wat je wilt drinken, schenken dat in, serveren je eten en wensen je een smakelijk eten. Vervolgens zal je de ober na een minuut of 10 zien terug komen met de vraag of alles naar wens is en of ze nog iets voor je kunnen betekenen. Goede bediening in Spanje stopt daar niet: ze zullen continu rondlopen en in de gaten houden of er ergens een hand wordt geheven om hun aandacht te trekken. En dat is precies wat je moet doen als je glas bijna leeg is.
Spaanse conclusie: het restaurant heeft een slechte bediening wanneer het te lang duurt voor je de aandacht van een ober hebt.
Je bent aan het wandelen, je hebt nog een paar kilometers te gaan, het is snikheet en er is geen winkel of café in de buurt. Je voelt je wat duizelig of een beetje misselijk. Stop, neem dat zakje pinda’s of nootjes uit je rugzak en ga er even voor zitten om ze op te peuzelen. Je voelt zelf wel of je zout of zoet nodig hebt. Zorg gewoon dat je van beide wat in je rugzak hebt voor noodgevallen.
Eten is overal belangrijk, maar in Spanje (zoals in het hele Middellandse Zeegebied) is het wel het belangrijkste moment van de dag: eten en als het even kan, eten in goed gezelschap. Eten en gerechten worden altijd beïnvloed door de cultuur, het klimaat en de geschiedenis. Er is een lange culinaire traditie in Galicia en je zal de gastronomie heel traditioneel, heel basaal, maar ook heel smaakvol vinden.
Er worden helemaal niet zoveel verschillende kruiden in de Galicische keuken gebruikt. De smaak van de hoofdingrediënten speelt een veel belangrijkere rol. Het is ongelooflijk wat je kan doen met een beetje knoflook (ajo), olijfolie (aceite de oliva), zout (sal), en peterselie (perejil). Een hoop van de traditionele gerechten in de Galicische keuken heeft zijn oorsprong in de oorlogstijd(en). Er was geen cent te besteden en mensen waren afhankelijk van wat ze in hun eigen tuin konden telen, het vlees wat ze konden verkrijgen uit hun eigen veestapel (met een beetje geluk 1 koe en 1 varken) en eventuele ruilhandel onder vrienden en kennissen. Tegenwoordig is het in sommige streken nog steeds heel normaal om met z’n tweeën een paar biggen te kopen en ze samen groot te brengen. Als ze dan goed vetgemest zijn is het tijd om te slachten en daarna…. churrasco voor de hele familie!
Niet alle menu’s in restaurants hebben mooie plaatjes, dus we hebben even gegoogled en wat afbeeldingen verzameld zodat je een kijkje kan nemen in wat je (met name in Galicia, maar zeker ook in delen van Asturias en de rest van Noord Spanje) te wachten staat tijdens je tocht.
Denk er aan: als je a-la-carte bestelt en je pakt niet gelijk het meest dure gerecht, dan ben je vaak goedkoper af dan met het Menu del Peregrino van 10 Euro. Bovendien zal het vaak nog een stuk lekkerder zijn ook. Neem een kijkje in onze eigen selectie hieronder. We hebben ook aan jullie als vegetariërs gedacht en de niet-vleesgerechten en vleesgerechten van elkaar gescheiden zodat je genot niet wordt onderbroken door het aanschouwen van hompen vlees. Wij houden zelf heel erg van vlees, maar we begrijpen en respecteren jullie perspectief.
Ook wel ‘tortilla de patatas’ genoemd. Een traditionele maaltijd die je overal zal zien. Je kan het als een kleine tapa eten bij je drankje midden op de dag, of je kan een hele portie bestellen en als complete maaltijd nuttigen. Het kan zowel koud als warm gegeten worden. Het combineert zeer goed met een glas koele witte wijn. Iets om in de gaten te houden: als het koud wordt geserveerd terwijl het eigeel erg vloeibaar oogt is het wellicht niet zo’n goed idee om het risico te lopen. Maar dit kun je zelf het beste beoordelen: oogt het restaurant schoon? Heb je het net zien bereiden? Wordt er veel afgenomen? Meestal zal je vanwege dit ei-risico (salmonella) juist zien dat het allemaal door en door gegaard is. De standaard tortilla bevat eieren en aardappelen (goedkoop), de betere en lekkerdere versies bevatten ook nog paprika en ui voor de smaak. Als je vegetarisch bent is het slim om even te vragen of er geen ham (jamón) of worst (chorizo) in zit. Dat doen ze soms om de smaak nog meer op te peppen.
“Pimientos de Padrón, uns pican e outros non”, is een populaire uitspraak over deze typische, kleine, zoete, groene paprikaatjes. De vertaling is als volgt: ‘sommigen zijn pittig en anderen niet’. Padrón is een dorp in Galicia, en is een van de laatste grotere dorpen waar je doorheen komt voor je in Santiago arriveert (23 km) op de Camino Portugues. Het telen van deze pepers is begonnen bij Franciskaanse monniken van het klooster van San Francisco de Hérbon toen zij terug waren van hun reis naar Zuid-Amerika.
Wat betreft hun pittigheid: als men jou originele Padrón pepers serveert, dan is het Russische roulette met zo’n 20% kans op brand. Maak je echter niet te druk: meestal krijg je die van de groothandel uit allerlei delen van Spanje en daar is de sporadische pittigheid er al lang geleden uit geteeld. De pittigheid van de originele Padrón Pepers wijt men aan de mate van zon en water die ze krijgen wanneer ze op het punt staan te worden geoogst. Luisa’s moeder vertelde altijd dat ze vooral erg pittig kunnen zijn als er vlak voor het oogsten een regenbui is geweest.
Ze zijn overheerlijk en doen het goed als tapa of als bijgerecht. Je pakt ze bij hun steeltje en bijt in z’n geheel de peper af tot bij het steeltje (dicht tegen het steeltje zit het lekkerste deel!).
Er zijn vele soorten paella. Je hebt die met witte rijst en die met zwarte rijst. De rijst zelf is overigens altijd geel gekleurd door de saffraan. De zwarte rijst is zo gekleurd vanwege de inkt van de inktvis waarin ze de rijst dan koken.
De andere verschillen komen door de ingrediënten. We hebben deze in de vegetarische sectie gedaan omdat het wel de meest gebruikelijke paella is: met zeevruchten en vis. Als je ook geen zeevruchten en/of vis eet dan wordt het wat lastiger uiteraard. Zorg er in elk geval voor dat je weet wat voor soort paella is die je gaat bestellen: Paella de carne (met vlees), paella de pollo (met kip), paella mixta (meestal vlees of kip met zeevruchten). Soms zitten er ook stukjes worst (chorizo) in, dus vraag het goed na als je geen verrassingen wilt. ‘Soy vegetariana/vegetariano: la paella lleva carne’? [Ik ben vegetariër: bevat de paella vlees?].
Met een heerlijk glas Albariño of Ribeiro wijn….mmmm! Buen provecho!
Ik kan me nog goed een albergue op de Camino Francés herinneren terwijl ik dit zo schrijf. In een klein dorpje genaamd Ventas de Narón, de albergue heet Albergue do Cruceiro: we bestelden een portie empanada en een gemengde salade met tonijn. Wat was dat een feestmaaltijd zeg! Dat gevoel heb ik in Nederland bij een salade nog nooit gehad, dat kan ik je wel vertellen!
Bijna overal waar je komt zal je deze op het menu zien staan. De tonijn toevoeging moet je soms even er bij bestellen en is erg de moeite waard. Het is heerlijk en voedzaam. Het is licht genoeg om te dienen als een goede maaltijd onderweg of als een bijgerecht tijdens het diner. Eigenlijk kan het altijd en overal…maak me er maar voor wakker zou ik zeggen.
Mijn eerste herinneringen van empanada zijn die aan mijn Spaanse thuisfront wanneer we als familie de zomermaanden in Carballino doorbrachten. Je kon toen al empanada gaan eten in restaurants of het kant en klaar halen in de winkel. Maar dat was niet de manier waarop wij het deden. Mijn moeder maakte in de ochtend een flinke stoofpan vulling klaar, meestal met kip. Samen gingen we dan de stoofpan afleveren bij de lokale bakker. Bij het afgeven bestelde ze dan ‘Una empanada de 4 kilos de masa’, maakte een afspraak voor de afhaaltijd en dan aten we ’s avonds met de hele familie (en een groot deel ging ook nog naar vrienden) overheerlijke empanada. Een beetje van de bakker en een beetje van moeder. Jammie!
We hebben dit in de vegetarische sectie gezet omdat er heel veel variaties aan vulling beschikbaar zijn. Heb je moeite om vegetarische gerechten te vinden, dan is vragen naar de soorten empanada die men heeft vaak een goede optie. De meest gebruikelijke is die met atún (tonijn). Heerlijk met een gemengde salade of gewoon als hoofdmaaltijd. Bij Galicisch eten draait het vaak om goedkoop, eerlijk, voedzaam ‘werkvoer’ dat eigenlijk wel overal en altijd kan. Precies wat een pelgrim nodig heeft dus! De lokale bevolking zal het met ons eens zijn!
Grelos zijn de jonge blaadjes van een bepaald soort snijbiet. Ze worden in de Galicische keuken gebruikt in talrijke gerechten. De meest bekende is de ‘lacón con grelos’ die onder de vleesgerechten staat aangezien lacón daar thuis hoort. Maar, vegetariërs zullen gerechten als ‘revuelto de grelos con gambas’, om maar een voorbeeld te noemen, erg lekker vinden. Geroerbakte grelos met, in dit geval, gambas… mmmm!
Als je deze bestelt moet je wel even zeker weten wat er bij wordt geserveerd uiteraard. Wil je navragen of ze iets hebben zonder vlees? Zo kun je dat doen: ‘Tiene platos de grelos sin carne’ (Heb je iets met grelos zonder vlees?
Ook populair in Galicia: tortilla de grelos of empanada de grelos (zie tortilla en empanada gerechten). Geniet er van!
Ja, kroketten bestaan al heel erg lang, en nee, de Nederlanders hebben ze niet uitgevonden. We schrijven het alleen in Spanje een beetje anders en bovendien is de vulling niet te vergelijken met de kroketten uit je lokale friettent. We zien ze in Spanje vaak op het menu als ‘croquetas caseras’ (zelf gemaakte croquetas). Als ze echt zelf gemaakt zijn, nou dan laat ze maar aanrukken! Als ze niet zelf gemaakt zijn zijn ze overigens ook niet slecht hoor, maar er is wel een groot verschil in smaak.
Vegetariërs: wees er weer zeker van door navraag te doen: ‘croquetas de jamón’ of ‘croquetas Ibéricas’ bevatten varkensvlees. Je zou deze moeten proberen: ‘de patata’ (aardappel) ‘gambas’ of ‘verduras’ (groenten). Er zijn veel soorten, dus je weet wat je te doen staat: ‘Soy vegetariana/vegetariano: tiene croquetas sin carne?’.
Gesneden in reepjes of in plakjes en daarna gefrituurd in olie of van de gril: het maakt eigenlijk niet zoveel uit: heerlijk! Het perfecte bijgerecht in een complete Vegy maaltijd. Restaurants zullen meestal wel olie/zout/peper/azijn op tafel hebben staan: strooi wat over de aubergines zoals je dat bij een salade zou doen. Tip van Camino Comfort (we zijn dol op eten en koken): als je weer thuis bent zou je eigenlijk dit gerecht eens moeten klaar maken maar dan met een variatie: gooi wat balsamico dressing over de aubergines bij het serveren. Culinair genieten!
Dit is waarschijnlijk het meest populaire gerecht van Galicia en beroemd in heel Spanje. In de meeste Spaanse restaurants in het buitenland zal je dit gerecht op de menukaart tegenkomen, en wel op de Galicische manier bereid: a la Feira. Een ‘feira’ is de naam voor de traditionele marktjes in Spanje. Meestal is er zo’n markt 2 x in de maand. In Galicia, zijn deze markten een standplaats voor de ‘pulpeiras’ (de dames die de pulpo koken, knippen en je de porties verkopen). Vaak staan ze in de buurt van cafés, zodat je lekker van een pulpo tapa kan genieten met een glaasje wijn er bij.
Twee van de populairste plaatsen als het om pulpo gaat zijn Melide (aan de Camino Francés) en O Carballiño (10 km van de camino Sanabrés, vanaf Cea gemeten). Maar geen nood: je kunt het zo goed als overal krijgen!
Ja, je ziet het goed! Dat is de Sint Jacobsschelp die aan je rugzak hangt als je de Camino loopt. Ze smaken net zo goed als de geweldige pelgrimlook die ze je, hangend aan je rugzak, geven!
De foto’s spreken voor zich, niet? Iedereen weet wat gamba’s zijn, en vaak heten ze ook in allerlei talen. Deze garnaaltjes doen het goed als voorgerecht. Al dat brood wat je in Spanje standaard bij de maaltijd krijgt: heb je je ooit afgevraagd wat de reden is? In de rest van Europa (met uitzondering van grote delen van Frankrijk) is het niet gebruikelijk om standaard een mandje brood bij het menu te serveren. We vinden het meestal zonde van onze eetlust om ons vol te stoppen met brood (en kruidenboter). Wij kunnen wel een reden bedenken: doop het in de saus die over is als je alle garnalen er uit gevist hebt…
Een kleine soort inktvis die op verschillende manieren klaar gemaakt kan worden. De meest bekende manier zie je op de eerste foto. Een wat minder gebruikelijke manier in toeristische gebieden is stoven (tweede foto). Als ze gefrituurd worden in ringen (derde foto) dan lijken ze wat meer op de voor ons bekende inktvisringen (andere soort inktvis). Tenslotte de vorm op de laatste foto: dit zijn baby chipirones die gefrituurd worden met een laagje deeg/tempura. Als je die ergens op het menu ziet staan: NIET twijfelen. Het wordt steeds zeldzamer omdat het vissen op deze kleintjes steeds meer verboden wordt, dus als ze er zijn, zijn ze meestal speciaal daarvoor gekweekt. Of, bestel ze principieel niet… maar dan is een lamsboutje ook uit den boze. Ze zijn echter zoooo lekker…
Bestel ‘almejas a la marinera’ en je krijgt zoiets als hierboven op de foto’s geserveerd. Je zal de rest van je maaltijd in de zevende hemel verblijven. Vergezel dit met een heerlijk glas Albariño en je zal snel in de verleiding komen om een tweede portie te bestellen!
Mosselen zijn niet alleen lekker in een paella. Een bordje mosselen in een lekker sausje met wat brood en wijn zijn prima als hoofdmaaltijd. Geniet er van!
Baby paling… niet een typisch gerecht wat je thuis regelmatig nuttigt, of wel? Ze zijn niet goedkoop, maar ze zijn erg lekker. Ze bestaan ook in een goedkopere variant waarbij het geen echte paling meer is, maar een fabrieksmatig geproduceerd ‘wormpje’ van surumi/krab vlees. Deze variant is in supermarkten te vinden. Een handjevol van deze lekkernij over een normale Caesar salade is een feestje.
Je zal nergens in Europa kunnen genieten van verse kreeft voor zo’n lage prijs. Het is zeker niet het goedkoopste item op het menu, maar wel veel goedkoper dan je gewend bent (voor zover je gewend bent om kreeft te eten…).
Atún (tonijn): als zodanig, in empanada, in een stoofpotje of als vulling in andere gerechten…
Bacalao (kabeljouw): vers, gedroogd/gezouten, gestoofd of van de grill…
Jureles (horsmakreel): de grote, de jongere versies, gebakken en met een schijfje citroen…
Merluza a la gallega (heek): simpel en (h)eerlijk eten met een sausje om je vingers bij af te likken…
Sardinas, heerlijke kleine sardientjes die gefrituurd of van de BBQ (a la parilla) het lekkerst zijn.
Er zijn veel visgerechten in Spanje. We hebben het hier in onze selectie gehouden bij de meest gangbare in Galicia. Eten is belangrijk daar, zo belangrijk dat er talloze feesten zijn die draaien om een bepaald gerecht. Als je op de Camino op het juiste moment op de juiste plek bent, en je krijgt de kans om lekker mee te feesten, pak die kans dan met beide handen aan! Fiesta de la Sardina, Fiesta del Jurel, mmmmm!!!! Feesten & Eten: waarom leeft niet iedereen in Spanje?!
Er zijn eigenlijk geen woorden voor dit gerecht. Voor een carnivoor is dit gerecht de zevende hemel. Hoewel ‘churrasco’ eigenlijk het sparerib gedeelte betreft krijg je in Galicia een uitgebreide versie. Ten eerste kun je kiezen of je ‘churrasco de ternera’ (kalfs) of ‘churrasco de cerdo’ (varkens) wilt. Of, als je beide wilt, kan je ‘churrasco mixto’ bestellen. Naast de spareribs krijg je ook ‘chorizos criollos’ (een soort braadworstjes) en wat andere delen van het kalf of varken. Wij zouden het hier een mixed grill noemen, maar kijk maar naar de foto’s… je bestelt spareribs maar je krijgt heel wat meer. Het is gebruikelijk om portie voor portie te krijgen zodat het eten niet afkoelt (en zodat het restaurant geen vlees hoeft weg te gooien omdat de klant weer eens meer besteld heeft dan hij op kon). Het enige wat dan nog ontbreekt in je menu is zelfgesneden frietjes en een heerlijke ensalada mixta. Buen provecho!
Geserveerd bij de churrasco, maar ook meestal beschikbaar als apart gerecht of in stukjes gesneden door bijvoorbeeld je paella.
Gehaktballen zijn nu niet wat je noemt een ‘Spaans’ gerecht, maar hierboven zie je hoe ze ‘op z’n Spaans’ zijn. De smaak is wat ze uiteraard Spaans maakt. Als ze ‘caseras’ zijn moet je ze zeker proberen: alles wat huisgemaakt is, is lekkerder. Dat is nu eenmaal een feit!
Een van de traditionele varkensgerechten uit de Spaanse keuken: callos. Meestal bereid met ‘garbanzos’ (kikkererwten). Het vlees dat hier ‘callos’ wordt genoemd is pens. Men zegt dat het heerlijk is, en wellicht is het wat voor de ‘diehard’ pelgrim. Het feit dat het pens is, en het feit dat ‘callos’ ook het Spaanse woord is voor eksterogen, maakt het voor ons een niet smakelijke optie. Maar smaken verschillen en het is wél een heel bekend en traditioneel gerecht…
Met aardappelen, kikkererwten en grelos (jonge blaadjes van de snijbiet), is dit een goede werkmaaltijd. Meestal zit er varkensvlees in (inclusief delen van het varken die in Nederland meestal niet in de schappen liggen). Heb je je ooit afgevraagd waar de ‘caldo Gallego’ vandaan komt? De bouillon die over is bij het maken van cocido Gallego, is de basis voor dit heerlijke soepje wat je zeer vaak zal tegenkomen op het Pelgrim’s menu.
Nog een traditioneel gerecht. Gekookte ham met aardappelen en grelos. Heerlijk, en niet alleen op winterse dagen. Voor pelgrims die de camino lopen in de koudere maanden: een perfecte maaltijd!
Raxo refereert gewoon aan de vorm van het vlees: in blokjes gesneden. Het kan echter elk soort vlees zijn. Meestal staat het op het menu om welk soort vlees het gaat, maar anders moet je het gewoon even navragen: raxo de pollo (kip), de ternera (kalfs) of de cerdo (varkens). Gewoon gewokt vlees, eigenlijk niets bijzonders. Meestal zitten er (uiteraard) frietjes bij (zelf gesneden) en na een lange wandeling is dit gerecht helemaal niet verkeerd!
Je zal dit op veel menu’s tegenkomen en het ziet er erg smakelijk uit. Er zit wel heel veel paprikapoeder doorheen en het vlees wat gebruikt wordt is de inhoud van de Spaanse chorizo worstjes. Zware kost voor je maag, dus wellicht niet handig om dit midden op de dag te doen als je nog heel wat kilometertjes weg te tikken hebt. Neem het echter ook niet als late avondmaaltijd, want de volgende dag zal je maag je er (de hele dag) aan herinneren wat je de vorige avond genuttigd hebt…
Een selectie gedroogd vlees / vleesbeleg. Als het om ‘iberico’ varianten gaat, staat je een prettige culinaire beleving te wachten. Meestal krijg je de hele selectie op een bord gepresenteerd en het wordt met brood en wijn gegeten als voorgerecht. De beste ham die wij kunnen aanbevelen (en als je het ergens tegenkomt op de camino dan moet je ons echt een mailtje sturen!!) is de ‘Jamón Ibérico de Bellota, de Jabugo’. Die smelt zo heerlijk op je tong…
Gebraden kalfsvlees. Kalfsvlees kan op zeer veel manieren bereid worden, maar dit is onze favoriet! Het is onderdeel van de meeste menu’s, en vaak staat het ook als optie op het Pelgrim’s Menu.
Een erg smakelijk en mals stukje varkensvlees (vooral als het een Iberico varkentje is), dat is wat Secreto is. Het woord betekent letterlijk ‘geheim’, maar er is niets geheimzinnigs aan de wang van een varken. In Nederland meestal alleen op bestelling te krijgen bij de slager, niet goedkoop te noemen, maar oh zo lekker…
De meeste populaire soep op de Camino! Meestal is het een deel van het Pelgrimsmenu, en dat is niet raar: het is namelijk zeer goedkoop. Je hebt echter altijd restaurants er bij zitten die nog meer geld willen verdienen, en dan is dit gerecht een makkie. Laten we het zo stellen: het kan rijkelijk gevuld zijn met aardappelen, eieren, vlees, grelos en andere groenten, of… het kan een basis bouillon zijn met een enkel drijvend ingrediënt. Ze verkopen ook caldo gallego in de supermarkten, hetgeen geen positieve invloed heeft op de goede reputatie van dit maaltijdsoepje. Menig restauranteigenaar gebruikt de supermarktversie als basis (als ze er al iets extra’s uit eigen keuken in gooien). Grote restaurants serveren meestal ook ‘cocido Gallego’ en dat zijn de beste plekken om dit soepje te eten: dan ben je er namelijk zeker van dat het huisgemaakte soep is: het resultaat van het urenlang trekken van goed vlees met veel verse ingrediënten: heerlijke smaken!
Lentejas (linzen) zijn rijk aan ijzer. IJzer is essentieel voor heel wat processen in je lichaam. Als de soep wat minder dik is, dan noemen ze het ‘sopa’, als het rijkelijk gevuld en dik is zoals een stevige maaltijdsoep dan noemen ze het ‘potaje’. Potaje de lentejas is erg lekker en je zal het op veel plekken langs de camino tegenkomen.
Kikkererwten zijn erg populair in Galicia en ze worden gebruikt in heel veel gerechten. Verwerkt in een maaltijdsoep ziet het gerecht er uit als in de eerste drie foto’s. Net zoals linzen, zitten ze boordevol vitaminen en mineralen en verwerkt met allerlei andere ingrediënten vormen ze dan ook een hele voedzame maaltijd.
Bonen in allerlei soorten en allerlei maten, verwerkt tot een stoofpotje. Afhankelijk van de rest van de ingrediënten kan het basisgerecht heel erg divers zijn. Voor je gaat bestellen moet je wel even dit overdenken: als je in een slaapzaal verblijft met andere pelgrims… zullen zij je wellicht niet zo dankbaar zijn de volgende ochtend. Aan de andere kant, je zal ongetwijfeld dezelfde situatie met andere boonliefhebbers tegenkomen, dus ach ja…: buen provecho!
Platos combinados
Verkrijgbaar in de meeste restaurants en in allerlei variaties. Als de kok een goede timing heeft (de beste koks zijn die lieve omaatjes in de keuken trouwens) dan concurreren deze ‘platos combinados’ erg goed tegen de meeste ‘Menu’s del peregrino’, en ze zijn vaak goedkoper en groter. Een beetje wijn, een toetje, en klaar is Jacobus!
Zelden zal je een Menu del Peregrino zien waar deze heerlijk amandeltaart niet op staat. Net zo zeldzaam is het vinden van een restaurant aan de Camino waar ze geen Tarta de Santiago hebben.
Er valt niet veel te vertellen over dit hemels gebak. Je moet echt amandelen haten om dit niet lekker te vinden. Hoe beter de kwaliteit van de amandelen die gebruikt is, des te lekkerder de taart uiteraard. Je kunt ze (o.a.) in Santiago bestellen en ze laten inpakken in speciale doosjes om er een aantal lekker mee naar huis te nemen in het vliegtuig…
Ontzettend machtig, maar oh zo lekker… een simpele kwarktaart, maar op een of andere manier vinden Galicische koeien er niets simpels aan. Het is niet ‘zomaar’ kwarktaart; de beste taart wordt gemaakt van de melk van Galicische koeien, die overigens door de lokale bevolking ‘vacas Holandesas’ worden genoemd!
Met je laatste glas wijn bestel je een heerlijk kaasplankje. Daar is verder weinig uitleg over te geven, want dat kennen we als kaasliefhebbende Nederlanders maar al te goed!
Je kunt de kaasjes op de eerste foto tegen komen. Dit zijn typische Galicische kaasjes en ze worden in het Spaans ‘Queso de Tetílla’ genoemd: Tietjes kaas! Erg grappig, zelfs zonder dat laatste glaasje wijn…
Dit is niet zomaar een pudding. Als het een ‘casero’ is zal je dat zien aan de vorm (dan zijn ze niet zo mooi als in de eerste foto) en je zult het ook proeven. Simpel, smaakvol, en geeft een gevoel van voldoening.
Wat? Gefrituurde melk? Hoe kan dat? Nou, we zullen het recept een andere keer graag met je delen, maar geloof ons: dit MOET je geproefd hebben!
Er niks Galicisch aan dit toetje en het is wereldwijd bekend, meestal onder de naam ‘Crème brûlée’. Wij zijn er dol op, dus het mocht niet ontbreken in onze selectie!
Bladerdeeg gevuld met een puddingachtig mengsel, meestal met vanille smaak. Combineert erg goed met een café con leche.
Luisa’s moeder maakte de beste maar jij zal het moeten doen met de versies die je op de Camino zal vinden, en die zijn ook best lekker hoor! Rijstebrij in z’n meest traditionele vorm.
Je hebt geen plaatjes van koffie nodig. Het volgende kan misschien wél handig zijn:
“Vino de la casa” is de huiswijn. Het kan van alles zijn dus als je het precies wilt weten zal je het moeten vragen. Als je niet zoveel verstand hebt van wijnen kun je gerust bestellen: het is meestal de wijn die bij het Pelgrim’s Menu zit en is meestal goed te doen. Over het algemeen krijg je gewoon de hele fles op tafel maar het zal je als Nederlander vast verrassen dat je niet betaalt voor wat je niet consumeert. In de wat drukkere toeristische gebieden moet het je overigens niet verbazen dat ze inmiddels Europese trekjes beginnen te vertonen… helaas. Als je wel betaald hebt voor de hele fles, en je krijgt het niet op: het is normaal om je fles mee te nemen.
Als je wat meer zoekt dan een huiswijntje moet je weten dat je in Galicië tussen de wijngebieden in loopt. De meest bekende lokale wijnen zijn de Ribeiro en de Albariño.
Drink niet teveel: alcohol en lang wandelen gaan niet zo goed samen.
In het Noordwesten van Spanje hebben we een lange traditie in het brouwen van sterk gedistilleerde dranken en likeuren. De populairste is de orujo. Sommige (lokaal) gebrouwen versies kunnen wel tussen de 37 en 45% alcohol bevatten. Je kan het puur drinken of mixen en het oudste ritueel dat met behulp van orujo wordt uitgevoerd is de Queimada.
Deze Queimada verdient wat meer aandacht hier. Galicia is Keltisch en met een lange historie vol van ‘hekserij’ en de daarbij horende legendes. La Queimada, zoals je hieronder op de foto ziet, is een speciaal recept met de zeer ontvlambare orujo als hoofdbestanddeel (samen met citroenrasp, koffiebonen, suiker, en kaneel. Meestal gaan de lichten uit om er wat toversfeer aan te geven en wordt er ook een lange bezwering uitgesproken in het Galicisch. Met deze bezwering worden kwade geesten verdreven en worden de vrienden (levend en aan gene zijde…) uitgenodigd om samen mee te doen aan de Queimada. Hoewel het samen zijn met je vrienden het enige excuus is dat je nodig hebt om een Queimada te organiseren, is het volgens de traditie Samhain (Keltisch oudejaarsdag). Je zal echter zien dat het meestal gedaan wordt op Sint Jansnacht (midzomerfeest / heksennacht) op 23 juni. Als je ooit de kans krijgt om daaraan mee te doen, echt doen! Niet bang zijn voor de alcohol, die is er na het ritueel allang uitgebrand.
Copyright © 2023 Camino Comfort