Las Dos Marías – As Dúas Marías – Las Dos en Punto

Deze opvallende dames heeft denk ik bijna iedere pelgrim die in Santiago is geweest wel gezien én op de foto gezet. Het verhaal achter deze dames is wat minder bekend en ook zeker grauwer dan hun klederdracht doet vermoeden. Onlangs beloofde ik op een Facebook pagina daar eens een blog over te schrijven. Hier is t’ie dan. Ik hoop dat ik Las Dos Marías eer aan heb gedaan.
Wat zou de gemiddelde bezoeker die een selfie maakt met deze dames denken? Gezellig beeld van twee vrouwen die de mensen verwelkomen in het groene Alameda park? Twee vrolijke vrouwen die belangrijk moeten zijn geweest voor de stad om zo’n eigen beeld te krijgen? Veel geruchten hebben het totaal mis of doen hun leven geen eer aan.
Ik neem je mee naar de tijd waarin zij geboren zijn, want de levens achter dit beeld moeten gezien worden tegen de achtergrond van donkere tijden in Spanje.
Vader Arturo Fandiño was schoenmaker en zijn vrouw, Consuelo Ricart was naaister. Zij kregen samen 13 kinderen en 11 van hen overleefden de kindertijd…
Maruxa (Maria in het Spaans), de oudste van onze twee hoofdrolspeelsters, was de vierde en Coralia was de twaalfde in de reeks telgen. Maruxa werd geboren in 1898 en Coralia in 1914. Dochters van ondernemers die hard werkten als schoenmaker en naaister om alle monden te kunnen vullen met het zweet van hun voorhoofd.
We spoelen door naar de periode tussen 1925 en begin 1936. Een tijd waarin anarchistische idealen het politieke klimaat beheersten met een liberale republikeinse regering aan het hoofd van de Tweede Spaanse Republiek, en gesteund door socialistische partijen en de communistische partij om een meerderheid te kunnen vormen. Enkele broers, Manolo, Antonio en Alfonso waren meewerkend voorstander van deze politiek linkse vleugel.
In Santiago heerste een opgewekt en verwachtingsvol klimaat. De jonge gezusters Fandiño (onze dames en hun jongere zusje Sarita die jong kwam te overlijden) wandelden door de straten gekleed in hun zelf gemaakte kleurrijke kleding. Afhankelijk van hun politieke voorkeur noemden jonge studenten hen ‘Libertad, Igualdad y Fraternidad’ (die hoef ik niet te vertalen, toch?) of ‘Fe, Esperanza y Caridad’ (Geloof, Verwachting en Barmhartigheid). Mooie woorden die hoorden bij mooie dromen.
De Spaanse Burgeroorlog
Die revolutionaire dromen werden op 18 juli 1936 in bloed verdronken toen een gewelddadige periode begon met de staatsgreep onder leiding van o.a. Franco en zijn medestanders (fascistische falangisten, carlisten, alfonsisten CEDA (ultra-rechtse partij) en militairen). De tegenstanders vochten terug en de Spaanse Burgeroorlog was daarmee een feit.
Sleutelwoorden in die tijd waren haat, onderdrukking, angst, moord en jacht op allen die niet duidelijk pro Franco waren. De familie Fandiño moest het lang ontgelden. De broers wisten te ontkomen. Manolo bleef lang verborgen. Antonio vluchtte maar werd uiteindelijk gepakt, gemarteld en 20 jaar gevangen gehouden. Alfonso wist op een schip te ontkomen. Toen begon de lange nachtmerrie voor onze dames en hun familie. Ze werden te pas en te onpas, soms midden in de nacht, uit hun huizen getrokken door de geheime politie van Franco, publiekelijk ontdaan van hun kleding, mishandeld, en volgens sommigen ook meegenomen en verkracht. Alles om er maar achter te komen waar hun broer Alfonso was.
Het mag duidelijk zijn dat ik hierbij altijd moet slikken: mijn vader was van 1931 en mijn moeder is van 1934…beide geboren en opgegroeid in die tijd.
Deze nachtmerrie duurde ruim 10 jaar. Jaren waarin de vrouwen des huizes ondergingen wat vele vrouwen in heel Spanje ondergingen omdat ze de pech hadden ‘vrouw, ‘rood’, en liberaal’ te zijn. Drie van de bekende martelingen die vrouwen (als ze verdacht waren van verkeerde politieke overtuigingen) in die tijd moesten ondergaan: ‘Purgas con aceite ricino’ (een sterk laxerende olie die ze geforceerd toegediend kregen om zich van binnen te ‘zuiveren van hun toxiciteit’); Hun hoofden werden kaal geschoren als onderdrukkende straf voor hun ‘liberaliteitsdrang’; de derde regel was het absolute verbod om zich in het zwart te kleden als teken van rouw voor de weduwen, zusters en moeders van gefusilleerde familieleden.
Alfonso werd uiteindelijk gevonden en gevangen gezet en de druk van de martelingen nam af. Er wordt beweerd dat het gedrag van de zusters na deze tijd, te wijten is aan het ‘doorgedraaid’ zijn door al deze martelingen die hun zijn aangedaan. Dat klinkt ook wel logisch want ze gedroegen zich inderdaad daarna heel anders en dat lijkt me ook niet vreemd…
“La Posguerra” – De Naoorlogse periode
De Republikeinen verloren de oorlog uiteindelijk in 1939 en een nieuw hoofdstuk brak aan met aan het hoofd de Falangisten, de Kerk en het Leger. Een tijd van grote armoede brak aan, of eigenlijk moet ik zeggen, verergerde.
Het was in die tijd inmiddels duidelijk dat je stil moest zijn, je niet om moest gaan met de vijanden van de staat, tenminste, als je leven je lief was. Mijn moeder vertelt: ‘Als ze in de buurt waren dan riep mijn vader “naar binnen” en mijn moeder “en stil zijn”.
In ons verhaal mag het duidelijk zijn dat men ergens anders heen ging om de schoenen te laten maken en de kleding te laten naaien. Er kwam geen geld meer binnen bij de familie Fandiño.
Maar diep van binnen waren ze nog steeds geliefd en kreeg de familie in het geheim van alles toegestopt om maar te kunnen overleven. Zo gaf de eigenaar van de import winkel Carro, nog steeds te vinden aan de Plaza del Toural!) hun altijd eten. Een bijzondere gedachte als we daar onze jaarlijkse voorraadjes aan lekkernijen kopen…
Maruxa en Coralia, of beter gezegd hun psyche, ontwikkelden een coping strategie om te kunnen overleven. Ze werden zogezegd ‘gek’ en gaven zichzelf een eeuwig tripje naar hun jeugd toen alles nog goed was. Uitgemergelde gezichtjes vol rimpels werden opgemaakt, wit gemaakt met rijst stof, rode lippenstift en fel gekleurde kleding voerde de boventoon. Zo gaven zij een vleugje kleur en een snufje optimisme en vrijheid aan hun omgeving, een opvallend fenomeen in het grauwe en onderdrukte Compostela van na de Burgeroorlog onder dictatuur van generaal Franco.
In de jaren 50, 60 en 70, elke dag om 14.00 uur precies (Las dos en punto) als de Toren van de Berenguela van de kathedraal haar klok luidde, stapten zij de straat op om te flirten met de jonge studenten die op dat tijdstip onderweg waren naar hun middageten. Als er een student zo brutaal was om er op in te gaan, sloegen zij het aanbod af en antwoorden ‘Jij bent al bezet’!
En zo zijn onze dames bekend geworden als “Las Dos Marías” of ook “Las Dos en Punto”.
Maruxa, overleed in 1980 op 82-jarige leeftijd. Corelia is bij een andere zus gaan wonen in La Coruña waar ze maar niet kon wennen. Zij overleed in 1983 op 68-jarige leeftijd, na vele malen gevraagd te hebben waar de weg terug naar Santiago was. Woorden die ons pelgrims in het Spaans niet vreemd zijn als we de pijlen even kwijt zijn: ‘Camino a Santiago’?
Ze werden separaat en ver uit elkaar begraven (de ene bij de moeder en de ander bij de vader, maar in 2014 hebben ze een mooie en gezamenlijk graf gekregen zoals ze dat altijd zouden hebben gewild, met daarop een gedenksteen. De beeldhouwer César Lombera kreeg na 9 jaar vechten om goedkeuring, in 1994 toestemming om een standbeeld ter nagedachtenis aan deze dames te plaatsen in het Alameda Park. Sindsdien is dit het meest bekende en meest gefotografeerde beeld van heel Santiago. Maruxa is overigens de dame met de gestrekte arm en Coralia houdt de paraplu vast. Ze krijgen met enige regelmaat een nieuw likje verf in opvallende kleuren, waar ze wederom een glimlach mee toveren op menig gezicht.
In December 2019 waren wij en Paio weer daar, vaste prik inmiddels, die foto van ‘onze dames’!
Paio wilde dit keer ook even op de foto en blaft en huilt stilletjes mee: ‘Libertad…, Igualdad…, Fraternidad…’!

Gebruikte bron voor de historische feiten: Encarna Otero Cepeda (2010)
Spaanse documentaire voor de liefhebbers: https://youtu.be/zl5mf170MvM
Nog een Spaanse documentaire met zeer sprekende beelden over die tijd: https://youtu.be/iIgxiWYKd_g